Als er één plek is waar de belangrijkste USP van de Limburgse glastuinbouw fysiek gezien duidelijk zichtbaar is, dan is het wel bij Gipmans Planten in Venlo. De vijftig hectare glas van het familiebedrijf - dat is gespecialiseerd in de opkweek van groenteplanten en de teelt van kruiden - ligt namelijk letterlijk op een steenworp afstand van de grens met Duitsland. “Op sommige plekken liggen onze kassen slechts twee meter van de grens”, vertelt Erik Gipmans. Hij staat samen met zijn broer Jos en neef René aan het roer van het bedrijf, dat tot de toonaangevende plantenkwekerijen van ons land behoort. “Dat is logistiek gezien een groot voordeel: ook de A67 ligt namelijk in onze achtertuin, waardoor ons product in een mum van tijd in Duitsland is. Het Ruhrgebied, waar miljoenen mensen wonen, ligt op minder dan een half uur rijden. Hierdoor kunnen we sneller leveren dan telers in het westen. Daarnaast zijn we op deze manier duurzamer bezig en is ons product verser. Dat geeft ons, maar ook andere telers in deze regio, een streepje voor.”
Gipmans noemt ook nog het voordeel dat zijn bedrijf behoorlijk geïsoleerd ligt; er zijn nauwelijks andere plantenkwekers in de omgeving. “Hierdoor liggen de ziekterisico’s lager dan in bijvoorbeeld het Westland.”
Goede connectie met oosterburen
Naast het feit dat Limburg zich fysiek gezien dichtbij de grote Duitse afzetmarkt bevindt, liggen ook de Limburgse en Duitse cultuur volgens Gipmans dicht bij elkaar. “Met het Limburgse dialect kun je je op de ‘Großmarkt’ in Keulen bijvoorbeeld prima redden. Sowieso spreken de meeste Limburgers goed Duits. Maar ook in andere opzichten hebben Limburg en Duitsland veel raakvlakken; we vieren bijvoorbeeld allebei Carnaval. Hierdoor sta je gevoelsmatig dichter bij elkaar en is er onderling vertrouwen. Dit vergemakkelijkt het zakendoen.”
De ondernemer benadrukt wel dat het desondanks belangrijk is om te blíjven investeren in een goede verhouding met de oosterburen. Onder meer omdat de meeste Limburgse tuinbouwbedrijven zich qua omvang niet kunnen meten met de bedrijven in het westen. “Hierdoor kunnen wij niet concurreren op kostprijs, maar moeten we op andere vlakken onderscheidend vermogen creëren. Investeren in een goede relatie met Duitsland is in dat kader van cruciaal belang.”
Het regiomerk ‘Die Frischen’, uit de koker van diverse Limburgse marktpartijen, is hier volgens Gipmans een mooi voorbeeld van. Dit merk wil de retail in Noordrijn-Westfalen bewust maken van het feit dat de regio Venlo dichtbij ligt én goede en verse producten biedt. “Maar het is ook belangrijk om in gesprek te blijven met de Duitse politiek, met standsorganisaties en met collega-telers over de grens. Gelukkig gebeurt dit steeds meer. Kortom: de korte afstand tot de Duitse markt - zowel letterlijk als figuurlijk - biedt enorme kansen. Maar het is wel een briljant die we moeten blíjven oppoetsen.”
Toekomst in ketensamenwerking
Een groot verschil tussen de Limburgse tuinbouw en de glastuinbouw in West-Nederland is volgens Gipmans ook dat Limburgers liever niet concurreren op kostprijs. “Zoals gezegd is dat sowieso lastiger, aangezien de bedrijven in deze regio gemiddeld genomen minder groot zijn. Ook zijn samenwerkingen en fusies tussen productiebedrijven minder aan de orde; waarschijnlijk omdat Limburgers individualistischer zijn. Dat is enerzijds een bedreiging, anderzijds zijn wij zuiderlingen altijd al meer bezig geweest met het creëren van onderscheidend vermogen. Innovatie zit ons in het bloed; niet voor niks werden de eerste trosmaten in Limburg geteeld!”
Concurreren op kostprijs is ook niet de strategie die Gipmans Planten ambieert: het bedrijf onderscheidt zich volgens Erik Gipmans onder meer door het intensief delen van kennis met haar klanten. “We willen hen helpen om succesvol te ondernemen en méér te zijn dan alleen een plantenleverancier.”
De ondernemer gelooft in dit kader ook in samenwerking binnen de keten. Dat blijkt ook uit het feit dat Gipmans binnenkort, samen met toeleveranciers en klanten, een heel nieuw product in de markt zet. “Ik kan hier nog niet veel over zeggen, maar verwacht er wel enorm veel van. Door het bundelen van kennis en inzichten van diverse ketenpartijen kom je verder; het helpt om een beter resultaat te boeken bij de teler en om marktgerichter te produceren. Ketensamenwerking heeft de toekomst!”
Belangrijke rol overheid
Naast de eerdergenoemde pluspunten, is ook de welwillendheid van provincie en gemeenten volgens Erik Gipmans een groot voordeel voor de Limburgse glastuinbouw. “Zij doen alles om onze sector vooruit te helpen. Op dit moment zijn we bijvoorbeeld bezig met vier hectare nieuwbouw; daarbij krijg ik alle medewerking van de overheid. In dat opzicht zitten we op goud.”
Limburg heeft streepje voor op westen
Het verduurzamen van de energievoorziening is volgens Gipmans één van de belangrijkste voorwaarden om in 2026 nog succesvol te kunnen ondernemen in Limburg. Ook benadrukt hij dat het binden van arbeidskrachten cruciaal is om een ‘license to produce’ te houden. “Je moet zorgen dat je een leuk bedrijf hebt om te werken. Door de vergrijzing en de afnemende stroom arbeidsmigranten wordt het steeds lastiger om de arbeidsbehoefte in te vullen. Daarom proberen wij onze mensen een plezierige werkomgeving te bieden, onder meer door hen verantwoordelijkheden en vertrouwen te geven.”
Tegelijkertijd is robotisering een must, onderstreept de ondernemer. “Hierbij heeft Limburg ook een streepje voor op het westen, aangezien we dichtbij de High Tech Campus Eindhoven zitten en kunnen profiteren van de kennis die hier beschikbaar is. Ook wat dit betreft geldt dat onze geografische ligging onze grootste kracht is.”
Reacties (0)
Er zijn nog geen reacties