René Tielemans (47) is een ondernemer pur sang. Maar ook een maatschappelijk betrokken persoon. Dat blijkt onder meer uit de foto’s aan de muur in zijn kantoor. “Kijk, daar was ik Prins Carnaval in Boekel”, vertelt hij trots. “Ik ben volop actief binnen het plaatselijke verenigingsleven. Daarnaast ben ik oprichter van energiecoöperatie Boekel Energie. Binnenkort komen er zonnepanelen op het dak van onze loods, waar burgers een aandeel in kunnen nemen. Boekel is echt míjn dorp. Geen haar op mijn hoofd die eraan denkt om hier ooit weg te gaan.”
De verbondenheid van Tielemans met het Brabantse dorp was mede van invloed op de ontwikkeling van Tielemans Groentekwekerij: verhuizen naar een glastuinbouwconcentratiegebied was nooit een optie voor de ondernemer. “Ik heb altijd gekeken naar de mogelijkheden binnen mijn eigen dorp. Toen ik de kwekerij in 2001 overnam van mijn vader, telde deze één hectare verouderde kassen. In de jaren daarna heb ik het bedrijf stap voor stap vernieuwd en verder uitgebreid, naar zes hectare. In 2014 kwam de tuin van een collega-tuinder in Boekel te koop; deze was ook zes hectare groot. Hoewel het eigenlijk net wat te vroeg kwam, wist ik dat ik deze kans moest grijpen. Zoiets zou immers nooit meer voorbijkomen in Boekel! Daarmee werd ons bedrijf in één keer verdubbeld, van zes naar twaalf hectare.”
Zelfredzame organisatie geeft mensen verantwoordelijkheidsgevoel
Tielemans investeerde de afgelopen jaren niet alleen in uitbreiding, maar bouwde ook aan een zelfredzame organisatie. Het feit dat de ondernemer niet bij zijn bedrijf woont, speelde hierin volgens Tielemans een bepalende rol. “Ik nam de kwekerij vrij laat over van mijn vader en was toen al gesetteld in het dorp. Dat is zo gebleven; mijn vader woont nog bij het bedrijf. En dat vind ik prima: hierdoor lopen zaken minder door elkaar heen en kun je meer afstand nemen. Thuis is ook echt thuis. Tegelijkertijd dwingt het je om je bedrijf anders te organiseren, taken uit handen te geven en meer ondernemer te zijn dan tuinder. Woon je bij de kwekerij, dan kun je ’s avonds nog eens de kas in lopen. Dat is voor mij een stuk lastiger.”
Om deze reden zette Tielemans in de afgelopen jaren een organisatie neer, die onafhankelijk van hem kan draaien. Twee bedrijfsleiders zijn verantwoordelijk voor de afzonderlijke locaties, daarnaast is er per locatie een teeltverantwoordelijke. Teamleiders sturen het personeel aan. “Om taken dusdanig te kunnen scheiden en de capaciteiten van mensen optimaal te benutten, heb je wel een bepaalde schaalgrootte nodig. In dat kader is groei belangrijk binnen de hedendaagse tuinbouw: het is een voorwaarde om niet de ondernemer, maar de onderneming centraal te kunnen stellen. Een voordeel is dat wij als bedrijf - op de overname van de andere tuin na - geleidelijk zijn gegroeid. Hierdoor konden we de organisatie langzaam opbouwen en het aantal ‘groeistuipen’ beperken.”
Belangrijk is volgens Tielemans dat je als ondernemer in staat bent om taken uit handen geven. Zelf is hij daar naar eigen zeggen soms wat te makkelijk in. “Als ik bijvoorbeeld zie dat een medewerker een bepaalde klus niet op tijd af gaat krijgen, zeg ik hier niets van. Ik laat het bewust misgaan. Op deze manier voorkom ik dat het míjn probleem wordt, daarbij leert de medewerker hiervan.”
Het bedrijf loslaten om te bouwen en ontwikkelen
Door de organisatiestructuur die hij heeft neergezet, houdt Tielemans zich nauwelijks nog bezig met operationele zaken. Hij focust met name op de strategie van het bedrijf en het uitstippelen van de koers naar de toekomst. “Ik kan me echt bezighouden met ondernemen, met de verdere ontwikkeling van ons bedrijf. En die ruimte moet je als ondernemer ook hebben, vind ik; alleen op deze manier kun je innovatief blijven. Enkele jaren geleden waren wij bijvoorbeeld één van de eerste komkommertelers die aan de slag gingen met belichting. Dat heeft succesvol uitgepakt; niet voor niets breiden we het areaal belichte komkommers komend jaar verder uit.”
Maar het ondernemerschap van Tielemans beperkt zich niet tot zijn eigen bedrijf: onlangs kocht hij ook een voormalige sociale werkplaats in Gemert. Hier wordt onder meer de zorgboerderij van zijn zus ondergebracht. “Ook wil ik mijn caravanstalling uitbreiden op deze plek. Daarvoor gebruik ik nu alleen onze oude kassen, maar inmiddels herbergt deze stalling bijna 400 caravans. Uit dit soort projecten haal ik energie en inspiratie. Ik zie overal kansen, ben een bouwer die nieuwe zaken wil oppakken en ontwikkelen. Die ruimte biedt de huidige bedrijfsstructuur mij ook.”
Over de vraag of er ook wel eens zaken níet goed gaan, moet de ondernemer even nadenken. “Eigenlijk kan ik niet echt een ‘mislukking’ noemen”, geeft hij na enige tijd toe. “Misschien komt dat ook door mijn instelling: ik sta optimistisch in het leven, waardoor ik iets eerder zie als een leerpunt dan als een mislukking. Het enige wat ik kan bedenken, is dat ik hier en daar misschien een kans heb laten liggen in de afgelopen jaren. Bijvoorbeeld voor het genereren van extra afzet.”
Continuïteit garanderen met gedeeld aandeelhouderschap
Tielemans denkt ook al na over de lange termijn: hoe moet het verder met zijn bedrijf als hij ooit wil stoppen? “Ik vind niet dat mijn kinderen het bedrijf per definitie moeten voortzetten. Waarom zou dit geen vreemde kunnen zijn? Feit is dat de kwekerij, doordat deze ook los van mij kan functioneren, eenvoudiger over te dragen is dan een bedrijf dat volledig aan de ondernemer ‘hangt’.”
Even later blijkt dat de Brabander, ondanks dat hij nog een tijd door moet en wil, al concrete stappen heeft gezet richting een toekomstige bedrijfsovername. Eén van zijn bedrijfsleiders is sinds vorig jaar namelijk medeaandeelhouder. “Dit was naar mijn mening een logische stap; hij runde één van beide bedrijfslocaties al sinds 2015 volledig zelfstandig. En waarom zou alles per se van mij moeten zijn? Die behoefte heb ik niet zo. Sterker nog: ik zou het toejuichen wanneer ook op de andere locatie iemand op zou staan die aandelen in het bedrijf wil nemen. Aangezien het aantal bedrijfsopvolgers terugloopt, zullen waarschijnlijk meer tuinders gedwongen zijn om deze weg in te slaan. Daarom adviseer ik collega’s om medewerkers die hiervoor openstaan en geschikt voor zijn de mogelijkheid te bieden om aandelen te nemen in het bedrijf. Dit kan helpen om de continuïteit van je bedrijf te waarborgen.”
‘Contact zoeken met de consument is geen must’
Tielemans betreurt dat in de tuinbouw naar zijn mening nog weinig wordt samengewerkt. “Ik ben coöperatief ingesteld, ben heel open en heb geen geheimen. Dat geldt ook voor mijn medewerkers en is iets wat ons als bedrijf uniek maakt. Ik merk dat er in studieclubs steeds vaker alleen over de teelt wordt gesproken. Dat is logisch, maar wel jammer: als we meer cijfers zouden delen - bijvoorbeeld op het gebied van arbeid - zou dat ons allemaal verder helpen. Ook kun je, door open en eerlijk te zijn, elkaars ondernemerschap versterken. Dat heb ik onder andere ervaren tijdens de HOT Mastersessies waaraan ik heb deelgenomen.”
Meer in contact treden met de consument ziet Tielemans niet als een must voor een toekomstbestendige tuinbouw. Deze mening baseert hij ook op zijn ervaringen met ‘Vers van Hier’. De ondernemer stond in 2008 mede aan de basis van dit concept. “Het idee was dat we producten van telers rechtstreeks gingen leveren aan supermarkten in de regio. Ook moest de herkomst duidelijk herkenbaar zijn voor de consument. Uiteindelijk heeft dit initiatief het niet gered, maar heb ik er wel veel van geleerd. Onder meer dat het voor consumenten niet zo belangrijk is welke ondernemer hun komkommer teelt. Een consument heeft niets met Tielemans Groentekwekerij, het is voldoende als hij weet uit welke regio zijn komkommer of tomaat komt.”
De ondernemer vindt wel dat er meer vaste relaties moeten komen tussen supermarkten/retailers en afzetorganisaties. “Onze komkommers worden afgezet via Kompany, maar telersverenigingen fungeren van oudsher eigenlijk vooral als een ‘winkel’ waar handelaren komen kopen. Wanneer je vaste afspraken kunt maken met een retailer, komt de marge automatisch meer bij de teler te liggen in plaats van bij de handelaar. Ook ligt er een uniformer product in de supermarkt. Kompany heeft hier de laatste jaren veel stappen in gezet.”
Ieder zijn eigen geluksrecept
Tielemans is ervan overtuigd dat zijn bedrijf met de huidige structuur ‘toekomstproof’ is. “Om bestaansrecht te houden, moet je de onderneming centraal stellen en jezelf ‘misbaar’ maken. Desondanks vind ik niet dat iedere ondernemer deze weg dan maar moet inslaan. Sommige telers zijn het gelukkigst als ze in de kas bezig kunnen zijn en alles in eigen hand kunnen houden. Dat is ook prima, maar de consequentie is wel dat het lastig zal zijn om het bedrijf in de toekomst over te dragen. Een andere optie is dat je, op de vlakken waar je als teler niet zo sterk bent, externe versterking inhuurt. Zodat jij kunt doen wat je leuk vindt, maar je bedrijf zich tegelijkertijd ontwikkelt en ook in 2026 nog bestaansrecht heeft. Zelf geen rasechte ondernemer zijn, hoeft dus geen probleem te zijn. Voorwaarde is wel dat je bereid bent om zaken uit handen te geven.”
Tot slot: welke groeiambities heeft Tielemans nog richting de toekomst? “Hoewel we nog volop uitbreidingsmogelijkheden hebben, zit een verdere groei vooralsnog niet in de planning. Met 12 hectare kunnen we prima mee in de komkommerwereld, daarbij heeft het verder optimaliseren van arbeid en productie nu hoogste prioriteit. Maar je weet nooit hoe het loopt: als er een mooie kans voorbijkomt, laat ik die niet schieten!”
Onderneming2026.nl is een initiatief van Coalitie HOT. Coalitie HOT wordt gevormd door Federatie VruchtgroenteOrganisaties, Royal FloraHolland, Rabobank, Ministerie van Economische Zaken, Provincie Zuid-Holland, Provincie Noord-Holland, Provincie Limburg en gemeente Westland.
Reacties (0)
Er zijn nog geen reacties