‘Opvolgingsvraagstuk speelde te vroeg’

Geplaatst op

De kogel is door de kerk: na bijna vijftig jaar komt er binnenkort een te koop-bord op de gevel van strelitziakwekerij Jacobs in Baarlo. Ondernemer Nic Jacobs (71) stelde de afgelopen twintig jaar alles in het werk om een geschikte opvolger te vinden. Twee keer leek de oplossing nabij, twee keer ging het mis. “Achteraf gezien had ik moeten inzetten op samenwerking met collega-bedrijven.”

Nic Jacobs en zijn vrouw Ger hebben in 2019 een bijzonder jubileum te vieren: dan zijn zij namelijk vijftig jaar teler. “We laten deze mijlpaal niet onopgemerkt voorbijgaan, een feestje gaat er vast en zeker komen”, lacht de Limburger.

Jacobs heeft van huis uit geen tuinbouwroots; zijn ouders hadden een varkenshouderij. Maar daarin zag de jonge Limburger geen toekomst. In een gehuurd kasje van 2000 m2 begon hij in 1969 met de teelt van augurken, tomaten en sla. In de jaren daarna werd het bedrijf beetje bij beetje uitgebreid tot de huidige omvang van twee hectare. De groenten maakten in de jaren tachtig plaats voor gerbera’s en begin jaren negentig startten Nic en Ger Jacobs ook met de teelt van anthuriums. Dat verliep niet altijd zonder problemen. Zo kregen de ondernemers in 1993 en 1995 de Maas in de kas, die op vijfhonderd meter afstand van het bedrijf stroomt. “Tijdens de overstromingen van 1993 en 1995 stond het water twintig centimeter hoog in de kas. Maar van schade was geen sprake: we stookten de verwarming op tot zestien graden, waardoor ook het water warm werd. We hadden die jaren een topoogst!”

Vergist in overnamekandidaat
Toen midden jaren negentig duidelijk werd dat hun dochters geen ambities hadden om het bedrijf voort te zetten, besloot het echtpaar Jacobs op zoek te gaan naar een overnamekandidaat. “Ik realiseerde me terdege dat een overnameproces iets is waar je ruim de tijd voor moet nemen.”

Enkele jaren later kwam de Limburger via via in contact met een mogelijke overnamekandidaat. “Het was iemand met groene vingers, die de ambitie had om een eigen bedrijf te runnen. Een ideale match, zo leek het.”

De beoogde opvolger werkte eerst een jaar mee op de kwekerij van Jacobs. In 2000 bouwden zij vervolgens samen een nieuw bedrijf van twee hectare, aan de andere kant van Baarlo. Jacobs kon op zijn thuislocatie namelijk niet groeien, vanwege de ligging in het waterbergend rivierbed van de Maas. “Ger en ik bleven verantwoordelijk voor het moederbedrijf, waar de anthuriums stonden, terwijl mijn compagnon de nieuwbouw met gerbera’s runde”, vertelt de Limburger. “Dat leek aanvankelijk goed te gaan. Tot hij me in 2003 mededeelde dat het ondernemerschap toch niet bij hem paste, en hij uit het bedrijf stapte. Die dag vergeet ik nooit meer. Hoewel ik merkte dat het niet helemaal lekker liep, was het toch een tegenslag.”

Tweede tegenvaller
Beide compagnons gingen hun eigen weg en Jacobs stond er weer alleen voor. “We hebben de locatie met gerbera’s nog twee jaar aangehouden, toen konden we deze voor een goede prijs verkopen. Vervolgens focusten Ger en ik weer op de thuislocatie. Daar stonden aanvankelijk anthuriums, in 2008 stapten we over op strelitzia’s. Die teelt leek meer potentie te bieden, daarnaast bood deze stap de mogelijkheid om rustiger aan te doen. Ger en ik kunnen het werk nu namelijk grotendeels alleen af; alleen in het voorjaar hebben we nog personeel nodig. In die tijd zijn we ook 0,7 hectare kas gaan verhuren aan een zaadbedrijf.”

In de tussentijd bleven de ondernemers uitkijken naar een mogelijke opvolger. Enkele jaren geleden gaf hun schoonzoon aan belangstelling te hebben om het bedrijf voort te zetten. “Hij heeft toen anderhalf jaar meegedraaid, maar kwam uiteindelijk toch tot de conclusie dat dit niks voor hem was. Hij was meer een technische man.”

Hoe was het om opnieuw een tegenvaller te moeten incasseren? “Dit kwam minder hard aan dan de eerste keer”, geeft de ondernemer toe. “De eerste ervaring had me terughoudender gemaakt, ik had op voorhand al minder hoop.”

Het doek valt voor  Bloemenkwekerij Jacobs
Hoewel hij aanvankelijk het plan had om eerder te stoppen, bleef Jacobs de afgelopen jaren met plezier aan het werk. “Mijn oorspronkelijke idee was om het bedrijf binnen een jaar of tien over te dragen aan een opvolger. Toen er geen overnamekandidaat bleek te zijn, heb ik mijn plannen bijgesteld en besloot ik nog een tijd door te gaan. Dat kwam ook omdat ik de strelitziateelt prachtig vind, en deze minder intensief is dan bijvoorbeeld gerbera’s of anthuriums. Daarbij ben ik er de persoon niet naar om de hele week te fietsen of op terrasjes te zitten.”

Desondanks valt, zoals het er nu uitziet, volgend jaar het doek voor Bloemenkwekerij Jacobs. Binnenkort komt er namelijk een te koop-bord op de gevel. “Ondanks dat we de afgelopen jaren nog met plezier hebben gewerkt, is het op een bepaald moment toch echt klaar. Maar Ger en ik willen de huidige teelt, die tot juni 2019 duurt, nog wel afmaken. Dan zijn we precies vijftig jaar teler en is het mooi geweest.”

Jacobs hoopt stiekem dat andere strelitziatelers, die elders zijn uitgekocht, wellicht belangstelling hebben om het bedrijf over te nemen. “De kassen zijn uit 1996, maar het bedrijf is volledig up-to-date. Een strelitziateler kan hier nog jaren mee vooruit. Slopen is dan ook zonde.”

Stoppen met goed gevoel
Hoe kijkt de ondernemer terug op de zoektocht naar een overnamekandidaat? “Voor mij is heel duidelijk: je kunt iemand niet dwingen om een bepaalde weg in te slaan. Dat werkt op de lange termijn niet. Ik wilde vroeger ook niet verder met de varkens van mijn ouders, terwijl zij dat liever anders hadden gezien. Iedereen moet zijn eigen keuzes maken; daar ben ik heel nuchter in. In dat opzicht had ik weinig kunnen veranderen aan de gang van zaken.”

Jacobs heeft daarnaast ervaren dat ‘tuinbouwgenen’ een must zijn voor het runnen van een tuinbouwbedrijf. “Je moet er echt voor willen gaan. Dat kan en wil niet iedereen; begrijpelijk. Ik ben dan ook niet verbitterd en stop ondanks alles met een goed gevoel.”

Telers wees gewaarschuwd, werk aan opvolging!
Met de kennis van nu zou Jacobs meer hebben ingezet op samenwerking met één of meerdere collega-bedrijven in plaats van op het vinden van een geschikte opvolger. “Ook op deze manier kun je de continuïteit van je onderneming waarborgen. Voordeel is dat je minder afhankelijk bent van een enkel persoon. Echter: vandaag de dag zijn samenwerkingen en fusies heel gewoon, maar tien jaar geleden was dat nog niet aan de orde. In dat opzicht speelde mijn opvolgingsvraagstuk te vroeg.”

De huidige ontwikkeling, waarbij bedrijven samen optrekken en aandelen worden verdeeld, ziet de ondernemer dan ook als positief. “Hierdoor sta je sterker - zowel qua inkoop als qua afzet - en is het voortbestaan van bedrijven beter gewaarborgd. Mijn advies aan collega’s is daarom; trek zoveel mogelijk samen op. Dit kan je in veel opzichten verder helpen.”

# # #

‘Opvolging’, landelijk een serieus probleem. Een aantal publicaties:

2014 – Westland: 300 telers boven de 55 jaar die binnen afzienbare tijd willen stoppen.

2016 – Agrimatie: 1886 bedrijven zonder rechtspersoonlijkheid (VOF / CV / eenmanszaak / maatschap). 40% van deze bedrijven wordt geleid door een ondernemer ouder dan 51 jaar en heeft géén opvolging beschikbaar.

2018 – ABN AMRO / CBS: 25% van de glasgroentebedrijven wordt gerund door een persoon ouder dan 55 jaar. Hiervan heeft 80% geen opvolger (184 van de 228 bedrijven).

2018 – Vakblad voor Bloemisterij / CBS: Twintig jaar geleden was de gemiddelde sierteler 48 jaar. Tegenwoordig is dat 52 jaar. Voor snijbloementelers geldt dat 30% van ondernemers ouder is dan 55 jaar, hiervan heeft 75% geen opvolger.

2018 – Grote telersvereniging uit zuiden van Nederland: 67% van haar leden is ouder dan 49 jaar. 41% van haar leden ouder dan 54 jaar.


Deel dit blog:

Reacties (0)

Er zijn nog geen reacties

Reageer op dit bericht