Dominique van der Hoeven windt er geen doekjes om: de Broekpolder is enorm belangrijk voor de toekomst van het Westland. Sterker nog: deze speelt een sleutelrol in het toekomstbestendig maken van de productietuinbouw binnen de Greenport West-Holland. “Als gemeente realiseren we ons dat het Westland als tuinbouwcluster niet compleet en uniek is zonder primaire glastuinbouw”, onderstreept de beleidsmedewerker Glastuinbouw van de gemeente Westland. “Dit is een essentiële pijler onder de Greenport; zonder productietuinbouw kunnen bijvoorbeeld toeleveranciers en kennis- en onderzoeksinstellingen niet functioneren. Herstructurering van glasopstanden is daarom één van de belangrijkste prioriteiten in het huidige coalitieakkoord.” Moderne glasopstanden en ruime kavels zijn volgens Van der Hoeven ook nodig om mee te kunnen in de globalisering van de tuinbouw en om te blijven innoveren. “Dit realiseren, vergt binnen het Westland nogal een uitdaging, vanwege de grote diversiteit aan teelten, omvang en leeftijd van bedrijven. Ook hebben we geen schuifruimte; er is geen nieuw uitgeefbaar terrein.”
Visitekaartje van tuinbouwcluster Westland
De Broekpolder is volgens Van der Hoeven één van de gebieden binnen het Westland die zich leent voor de ontwikkeling van grootschaligere, toekomstbestendige tuinbouw. Dat heeft alles te maken met de structuur van het gebied, dat zo’n tien procent van het Westlandse teeltareaal vertegenwoordigt. “De Broekpolder is heel anders opgebouwd dan de glastuinbouwgebieden die dichter bij de kust liggen. In de Broekpolder is sprake van een strokenverkaveling c.q. lanenstructuur, terwijl andere gebieden veel onregelmatiger verkaveld zijn. Dit maakt het interessanter en makkelijker om te komen tot een goede verkaveling voor toekomstbestendige bedrijven met een omvang van 7 tot 10 hectare. Daarnaast is het voor ons belangrijk dat ook recreëren en wonen een goede plek krijgen.” De beleidsmedewerker Glastuinbouw benadrukt verder dat de Broekpolder een belangrijk visitekaartje is van tuinbouwcluster Westland. Vanaf de A4 is de Broekpolder namelijk de eerste kennismaking met de Westlandse tuinbouw. “Nu zie je vooral waterbassins, hoogspanningsmasten en geluidsmuren. Het gebied heeft nog niet de uitstraling van een hoogwaardige en innovatieve sector. Ook daarom doen wij mee aan Broekpolder 2040.”
Van der Hoeven noemt de bottom-upaanpak die wordt gehanteerd uniek. “Ik wil niet beweren dat herstructurering van een glastuinbouwgebied nooit van onderaf heeft plaatsgevonden, maar hierbij ging het zeker niet om een gebied dat al zover is doorontwikkeld als de Broekpolder. Dat maakt het Broekpolder-proces heel interessant voor ons.” De gebiedsgerichte benadering creëert volgens Van der Hoeven ook ruimte voor andersoortige en meer toekomstbestendige oplossingen. “Je komt immers los van private onderhandelingen tussen partijen, waarbij de oplossingsrichtingen zich veelal beperken tot het eigendom van de betreffende partijen. Dat resulteert in oplossingen die vaak duur en niet optimaal zijn.” De aanpak die nu wordt gehanteerd, richt de focus meer op waarden en belangen van betrokken partijen en minder op bezit. “Men kijkt meer naar het grotere belang en werkt samen toe naar een droombeeld; dat brengt nieuwe oplossingsrichtingen in beeld.” Van der Hoeven vervolgt: “Als je bijvoorbeeld met een bewoner in gesprek gaat over waarom hij in de Broekpolder woont, en wat voor hem belangrijk is op het vlak van wonen, biedt dat ook kansen om te kijken of deze wensen op een andere locatie wellicht nog beter kunnen worden ingevuld. Dat is een hele andere benadering dan dat je op zo’n bewoner afstapt en zegt: ‘jouw huis staat in de weg, dus daarom bieden we jou een zak geld aan’. Dan is de kans groot dat iemand de hakken in het zand zet. Door het op een andere manier aan te vliegen, meer te kijken naar waarden en belangen, ontstaat een ander krachtenveld. Je creëert een proces waarbij partijen naar het gebied als geheel kijken en samen toewerken naar een stip op de horizon. Voor ons is dit project geslaagd wanneer alle belanghebbenden in het gebied een langdurig commitment bereiken en stap voor stap naar die stip op de horizon bewegen."
De overheid geeft volgens Van der Hoeven sowieso de voorkeur aan een herstructureringsproces dat wordt geïnitieerd door de markt, in plaats van dat een gemeente of provincie het voortouw neemt. “Partijen in een gebied moeten wíllen bewegen, er moet een gevoel van urgentie zijn. Is dat niet het geval, dan komt het niet los. De overheid wil naar de toekomst toe dan ook meer inzetten op bottom-up-processen. In dat kader is Broekpolder 2040 voor ons ook een leertraject, een manier om als overheid meer toegespitst te raken op dit soort processen. Wellicht wijst dit traject bijvoorbeeld uit dat bepaalde instrumenten of bestaande beleidsmaatregelen moeten worden aangepast.”
‘Gemeente als partner’
Dit brengt de vraag op tafel welke rol de gemeente Westland precies heeft in het Broekpolder-proces, wat haar toegevoegde waarde is? “De waarde van de gemeente ligt vooral in het feit dat wij ervaring hebben met proces- en gebiedsgericht werken, met het creëren van draagvlak en het in beeld brengen van belanghebbenden. Deze kennis brengen wij in. Dat betekent bijvoorbeeld ook dat we straks, als er concrete inrichtingsplannen worden gemaakt, kunnen aangeven wat de consequenties van bepaalde keuzes zijn. Op die manier faciliteren wij het proces, daarnaast hebben we een belangrijke rol in de uitvoering. Als gemeente beschikken we immers over instrumenten om deze uitvoering vorm te geven. Denk aan bestemmingsplannen en eventueel ook dwangmiddelen, om free riders in een bepaalde richting te sturen. Maar zover zijn we nu nog niet; dat komt pas verderop in het proces aan de orde.”
Van der Hoeven durft wel te stellen dat de gemeente een onmisbare partner is in het traject. “Alleen al vanwege het feit dat wij eigenaar zijn van wegen en verantwoordelijk zijn voor diverse nutsvoorzieningen. Dergelijke zaken kun je als private partij lastig regelen. Wij zorgen er in feite voor dat alle zaken geïmplementeerd kunnen worden en op elkaar aansluiten.” Binnen het bottom-up-traject heeft de gemeente volgens de beleidsmedewerker wel een wezenlijk andere rol dan in andere trajecten. “We opereren in dit traject echt op basis van gelijkwaardigheid, niet vanuit een hiërarchisch, directieve rol. Je merkt dat partijen hierdoor anders naar ons gaan kijken. We zijn een partner geworden, niet een partij die aan de andere kant van de tafel zit. Dit proces is hét voorbeeld van hoe we als overheid willen samenwerken met partijen in de samenleving. Daarbij lenen dit soort trajecten zich perfect voor het aanpakken van de ruimtelijke complexiteit in een gebied.”
Inspirerend
Tot slot: hoe groot is het risico dat de gemeente Westland allerlei zaken toezegt binnen het Broekpolder-proces, die vervolgens toch weer van tafel worden geveegd doordat een nieuw gemeentebestuur aan het roer komt? “Die kans acht ik heel klein”, benadrukt Van der Hoeven. “We hebben ons als gemeente immers gecommitteerd aan de Greenport, en het behoud van het primaire teeltareaal is al sinds het ontstaan van de gemeente Westland een rode draad in ons gemeentelijk beleid. Dat is niet voor niets en zal in de toekomst niet anders zijn, verwacht ik.” Van der Hoeven wil ter afsluiting nog kwijt dat hij het Broekpolderproces als uitermate inspirerend ervaart. “Je voelt dat de aangesloten partijen vooruit willen: ondernemers willen verder ontwikkelen, burgers willen fijn wonen, et cetera. Er is een grote drive. Dat creëert dynamiek, daarnaast is er een lonkend perspectief. Dit maakt Broekpolder tot een proces waar je echt energie van krijgt!”
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in de speciale <link https: www.onderneming2026.nl fileadmin magazines hot-2019-02 _blank external-link-new-window internal link in current>Broekpolder 2040-uitgave van oktober 2019
Reacties (0)
Er zijn nog geen reacties